Common questions - Professionele vereisten bemiddelaar

Ik heb meerdere erkenningen verkregen. Betekent dit dat ik voor elke erkenning permanente vorming dien te volgen

Ongeacht het aantal erkenningen dat u verkregen heeft, hoeft u enkel éénmaal permanente vorming over een periode van 2 jaar te volgen.

Niet enkel permanente vorming van algemene aard en eigen aan uw type van erkenning komt in aanmerking. Zo kan een bemiddelaar die erkend is in familiale zaken, een permanente vorming volgen  inzake burgerlijke en handelsgeschillen.

Het feit dat een bemiddelaar voor de betrokken periode een uitgebreide bemiddelingspraktijk kan aantonen, ontslaat hem er niet van om te voldoen aan de verplichtingen van permanente vorming.

 

Komt elke opleiding in aanmerking als permanente vorming

Iedere erkende vorming of georganiseerd door een erkende opleidingsinstantie, wordt automatisch in rekening gebracht.

Iedere andere vorming moet een direct nut hebben voor de bemiddelingspraktijk rekening houdend met de professionele achtergrond van de bemiddelaar.

Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat een louter juridische opleiding, indien die niet is toegespitst op de bemiddelingspraktijk, niet in aanmerking komt voor juristen.

Zo zal bijvoorbeeld ook een bijkomende opleiding sociologie of psychologie, die niet is toegespitst op de bemiddelingspraktijk, niet in aanmerking komt voor sociologen of psychologen.

Het saldo van uren is niet overdraagbaar naar een volgende periode.

 

Komen de lesopdrachten en het schrijven van een artikel/boek tevens in aanmerking als permanente vorming

Mits het indienen van een gemotiveerd dossier met de nodige stavingstukken, kunnen lesopdrachten en het schrijven van een artikel/boek in aanmerking worden genomen als permanente vorming.

Bij lesopdrachten kunnen enkel de netto gegeven uren in aanmerking komen.

De voorbereiding van de lesopdrachten (studie, opmaak documentatie, voorbereide vergaderingen,..) wordt niet aanzien als permanente vorming.

Wat dient begrepen te worden onder “supervisie” voor de permanente vorming

Elke bemiddelaar wordt in zijn praktijk soms geconfronteerd met moeilijkheden waardoor de continuïteit van de bemiddelingsgesprekken en het doen van goede interventies, in het gedrang dreigen te komen.

De supervisie heeft in het bijzonder tot doel dat de bemiddelaar inzicht krijgt in het beter begrijpen van zijn persoonlijk functioneren als hij geconfronteerd wordt met conflicten en personen in conflict. Het helpt de bemiddelaar nadenken over zijn opgewekte indrukken, zijn weerstanden, zijn vooroordelen, zijn associaties, …

De individuele supervisie is aangewezen voor een bemiddelaar die wenst na te denken over zijn interventies en zijn persoonlijk functioneren, om op deze wijze zijn persoonlijke en professionele actiemogelijkheden te verbreden.

Supervisie en/of intervisie (punt 6) kunnen slechts voor 1/3 van de nodige uren (6 uren van de 18) in aanmerking komen voor permanente vorming.

De collectieve supervisie richt zich tot meerdere erkende bemiddelaars, die wensen na te denken over hun professionele interventies die ze toepassen. De confrontatie tussen de diverse ervaringen in verband met genomen interventies leidt tot het delen van verschillende visies en een wederzijdse verrijking.

De supervisie kan omkaderd worden door een bemiddelaar-opleider of door een externe expert, die beschikt over minstens een professionele ervaring van 10 jaar (aan te tonen door de voorlegging van een C.V.) hetzij in een bepaald deelaspect van bemiddeling hetzij in het geven van supervisies.

Wat dient begrepen te worden onder “intervisie” voor de permanente vorming

Intervisie is het overleg van een aantal collega bemiddelaars met een min of meer vergelijkbaar niveau van opleiding en praktijkervaring, over door elk van hen verrichtte bemiddelingen. Vooraf worden de spelregels binnen de intervisie, de doelstellingen en de werkwijze afgesproken.

Een intervisie kan enkel in rekening worden gebracht indien ze

a) hetzij georganiseerd en gecontroleerd wordt door een erkende opleidingsinstantie

b) hetzij indien ze met minstens vijf deelnemers plaatsvindt, waarvan de meerderheid erkende bemiddelaars zijn.

Het aanwezigheidsattest met vermelding van het aantal uren wordt opgesteld en ondertekend door alle deelnemers.

Intervisie en/of supervisie (punt 5) kunnen slechts voor 1/3 van de nodige uren (6 uren van de 18) in aanmerking komen voor permanente vorming.

 

Wanneer moet een dossier ingediend worden voor de erkenning van permanente vorming

Uiterlijk 31 januari van elk onpaar jaar en voor de eerste maal uiterlijk 31 januari 2011, dient de bemiddelaar spontaan het bewijs te bezorgen van het aantal gevolgde uren permanente vorming. Eveneens bezorgen de erkende bemiddelaars een nieuw attest waaruit blijkt dat zij gedekt zijn door een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Dit bewijs (een ondertekend aanwezigheidsattest) dient bezorgd te worden aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie dat hiervoor aan de betrokkene een ontvangstbewijs aflevert. Indien een opleiding gevolgd werd, die niet reeds erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie, dient de bemiddelaar naast het aanwezigheidsattest eveneens een gedetailleerd programma over te maken aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie.

Bemiddelaars die reeds voor de einddatum menen te voldoen aan de volledige vereiste van permanente vorming kunnen reeds hun dossier overmaken aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie dat hiervoor aan de betrokkene een ontvangstbewijs aflevert.

Gelet op het feit dat de oorspronkelijke beslissing betreffende de permanente vorming van 18 december 2008 in werking trad per 1 januari 2009, kunnen enkel opleidingen vanaf 1 januari 2009 in aanmerking komen als permanente vorming.

Bij voorkeur worden dossiers elektronisch overgemaakt aan het secretariaat van de Federale Bemiddelingscommissie.

Voor de eerste tweejaarlijkse periode (uiterlijk op 31 januari 2011) dienen de bemiddelaars erkend vóór 1 januari 2009 het bewijs neer te leggen van minimaal 18 uur permanente vorming. Voor bemiddelaars erkend in 2009 wordt het aantal te volgen uren herleid tot 9 uur permanente vorming. De bemiddelaars erkend in 2010 dienen voor de eerste maal uiterlijk op 31 januari 2013 het bewijs neer te leggen van minimaal 18 uur permanente vorming. Dezelfde principes gelden mutadis mutandis in de toekomst.

Wat gebeurt er als een bemiddelaar niet voldoet aan de vereiste van permanente vorming

Indien de bemiddelaar geen dossier of een onvolledig dossier overmaakt, zal de Federale Bemiddelingscommissie de betrokkene binnen 6 maanden na ontvangst van het dossier of de voorziene uiterlijke vervaldatum voor het indienen van het dossier daarvan in kennis stellen.

De voorzitter van de Federale Bemiddelingscommissie kan aan de betrokkene de mogelijkheid geven de situatie binnen een door hem bepaalde termijn te regulariseren.

Indien het dossier niet (tijdig) wordt ingediend of het dossier onvolledig is en geen regularisatietermijn werd toegekend, zal de voorzitter van de Federale Bemiddelingscommissie per aangetekend schrijven de bemiddelaar laten weten dat zijn erkenning wordt ingetrokken, dat hij geschrapt wordt uit de lijst van erkende bemiddelaars en dat hij de titel van “erkend bemiddelaar” niet meer mag gebruiken.

Bemiddelaars van wie hun erkenning op deze manier ingetrokken is, kunnen steeds opnieuw een erkenning aanvragen door een dossier in te dienen waaruit blijkt dat de ontbrekende uren permanente vorming vooralsnog werden gevolgd. Daarenboven dienen zij per volledig jaar dat zij geen erkend bemiddelaar meer waren, een bijkomende vorming aan te tonen van 9 u (met een maximum van 90 uur). Deze bijkomende vorming dient te beantwoorden aan de voorwaarden van dit reglement.

In concreto dient een bemiddelaar van wie de erkenning werd ingetrokken, om het verleden te regulariseren een vorming te volgen ten belope van het aantal vereiste uren. Dit ontslaat de bemiddelaar evenwel niet van zijn verplichting inzake verantwoording van zijn permanente vorming voor de lopende toekomstige periode.