Het bemiddelingsverzoek

De enige vereisten die gesteld zijn aan een bemiddelingsverzoek zijn:

 

  • dat het gedaan wordt per aangetekend schrijven;
  • dat het een aanspraak bevat over het (niet verjaarde) recht waarop men zich beroept.

Bijgevolg zijn de formaliteiten, om aan een partij in geschil zijn wil te kennen te geven een bemiddeling te willen starten over het geschil, tot een strikt minimum herleid. Hoewel bemiddeling misschien als ingewikkeld kan overkomen, is de bemiddeling het eenvoudigste en soepelste dat ons Belgisch gerechtelijk apparaat kent. Eenvoud staat evenwel niet gelijk met slordigheid, zodat wie een bemiddelingsverzoek bij ter post aangetekende zending verstuurt, dit bij voorkeur zal doen tegen ontvangstbewijs en zeker niet vergeet zijn brief te dateren en te ondertekenen. Om miszendingen te vermijden zal men zich ook vooraf vergewissen of de tegenpartij wel degelijk (nog steeds) op het adres gedomicilieerd is, of zo het een rechtspersoon betreft, de maatschappelijke zetel daar nog gevestigd is. Indien er twijfels mogelijk zijn over de juiste vertegenwoordiger van een rechtspersoon of diens aanwezigheid, kan dit probleem omzeild worden door het verzoek al naargelang de rechtsvorm te richten aan de zaakvoerder of de raad van bestuur.