Vrijwillige bemiddeling

Ofschoon het Gerechtelijk wetboek dit niet uitdrukkelijk regelt, kan een bemiddeling ook worden opgestart op de loutere wil van partijen en zonder dat enige formaliteit is opgelegd. De partijen handelen in volle vrijheid om zonder tussenkomst van een rechter te beslissen een bemiddeling te wagen.

 

Voor een bemiddeling die door partijen zonder meer gestart wordt als vrije bemiddeling gelden geen bijzondere regels, zodat een begonnen verjaringtermijn gewoon verder loopt indien deze niet werd gestuit als hiervoor beschreven. Speciaal voor vorderingen die onderhevig zijn aan korte verjaringstemijnen zullen partijen daarvoor de nodige aandacht moeten hebben.

 

De schorsing van de verjaringstermijn wordt gemakkelijk bekomen via een bemiddelingsverzoek. Immers mag elke partij, onverminderd elke gerechtelijke of arbitrale procedure, voor, tijdens of na een rechtspleging aan de andere partijen voorstellen om een beroep te doen op de bemiddelingsprocedure. Zo het voorstel bij aangetekende brief wordt verzonden en een aanspraak bevat op een recht, wordt het gelijkgesteld met de ingebrekestelling bedoeld in artikel 1153 van het Burgerlijk Wetboek, en schorst dergelijk voorstel gedurende een maand de verjaring van de aan dat recht verbonden vordering.

 

Dit betekent concreet dat, indien u zou beslissen tot een bemiddeling, er een oplossing moet worden gevonden binnen de maand: in zekere zin is het een periode gedurende dewelke de uurwerken van Justitie gestopt zijn.

 

Indien u op het einde van die maand geen akkoord bereikt heeft (de bemiddeling kan uiteraard verder gaan), herneemt de looptijd van de wettelijke termijnen.

 

Wees er van bewust, dat volgens onze ervaringen het eerder zeldzaam is dat een bemiddeling (zie verder) niet slaagt binnen de maand.

 

Van zodra partijen evenwel een bemiddelingsprotocol ondertekenen binnen de maand na het bemiddelingsverzoek, schorst de ondertekening van het protocol de verjaringstermijn voor de ganse duur van de bemiddeling.