Begrip

De bemiddeling is een vrijwillige en vertrouwelijke methode, die dankzij de tussenkomst van een neutrale derde, toelaat om tot de oplossing van een geschil te komen.

 

De ‘bemiddelings’wet van 21 februari 2005 geeft geen definitie van bemiddeling. Die vinden we wel in de EU Richtlijn 2008/52/EU van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling in burgerlijke en handelszaken: “Een gestructureerde procedure, ongeacht de benaming, waarin twee of meer partijen bij een geschil zelf pogen om op vrijwillige basis met behulp van een bemiddelaar/mediator hun geschil te schikken. Deze procedure kan door de partijen worden ingeleid of door een rechterlijke instantie worden voorgesteld of gelast, dan wel in een lidstaat wettelijk zijn voorgeschreven. Zij omvat bemiddeling/mediation door een rechter die niet verantwoordelijk is voor een behandeling in rechte van het betrokken geschil. Bemiddeling/mediation omvat niet de pogingen, ondernomen door de rechterlijke instantie waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, om binnen de desbetreffende gerechtelijke procedure een geschil te beslechten.”

 

Wel worden in het Gerechtelijk wetboek de voorwaarden omschreven waaraan zowèl de bemiddelaar als het bemiddelingsproces, als de partijen moeten voldoen opdat de overeenkomst die tijdens de bemiddeling tot stand komt, de voordelen van de wet zou kunnen genieten.

 

Vooreerst moet de bemiddelaar erkend zijn door de Federale Bemiddelingscommissie. Om erkend te kunnen worden en blijven moet de bemiddelaar o.m. over de nodige bekwaamheid beschikken, als bemiddelaar gevormd zijn, zich blijven bijscholen, onafhankelijk  en neutraal  zijn. (art. 1726 Ger. W.)


Partijen moeten voor de bemiddeling begint in samenspraak met de bemiddelaar een overeenkomst opstellen, het bemiddelingsprotocol genaamd. (art. 1731 Ger. W.)

 

Ook het akkoord dat tussen partijen tot stand komt moet schriftelijk worden vastgesteld en door hen en de bemiddelaar worden ondertekend. (art. 1732 Ger. W)

 

Indien aan al deze voorwaarden voldaan is kan het akkoord aan de rechter ter homologatie worden voorgelegd. Een door de rechter gehomologeerd akkoord kan, indien de wederpartij niet aan zijn verplichtingen voldoet, net als een vonnis door een gerechtsdeurwaarder betekend en vervolgens uitgevoerd worden.

 

Samenvattend kan dus gesteld worden, dat de bemiddeling waar wij het over hebben een vrijwillig en vertrouwelijk gebeuren is voor het beheer van conflicten, waarbij de partijen een beroep doen op een onafhankelijke en onpartijdige derde, de bemiddelaar. Zijn taak bestaat erin de partijen te helpen om zelf, met volledige kennis van zaken, tot een billijke overeenkomst te komen die de behoeften van alle tussenkomende partijen bevredigt. Doordat bemiddeling gebaseerd is op vrijwilligheid, kan niemand gedwongen worden om een geschil waarin hij betrokken is via bemiddeling op te lossen. Niemand kan dus gedwongen worden aan een bemiddeling deel te nemen. De partijen in geschil moeten niet enkel hun akkoord hechten aan het principe van hun deelname aan de bemiddeling, maar eveneens aan de persoon van de bemiddelaar. Dit houdt in dat indien u een geschil wenst te regelen waarin u een tegenstander ontmoet, u eerst een middel moet vinden om zijn akkoord te bekomen over het inzetten van een bemiddeling én over de naam van de bemiddelaar.